Brandveiligheid en innovatie - 3 vragen aan Paul Koks van FireGuard

  • Auteur: Team NESTcoat Marketing
  • Categorie: In gesprek met

In gesprek met Paul Koks over

Brandveiligheid en innovaties in de markt

Brandveiligheid wordt steeds belangrijker. Behalve de verplichte rookmelders op elke verdieping gelden er nog meer regels voor het brandveilig maken van gebouwen, zoals een verplichte brandwerende coating op staalconstructies. Paul Koks, eigenaar van FireGuard over de wet- en regelgeving van brandveiligheid en de innovaties in de markt.

1. Welke regels gelden nu omtrent het brandveilig maken van gebouwen?

“Regels omtrent brandveiligheid zijn er eigenlijk altijd al geweest. Uit de verandering van de woningwet in 1950 vloeide het Bouwbesluit voort. Hierin staan alle regels waaraan elke type gebouw moet voldoen. Logischerwijs moet een hoger gebouw voldoen aan hogere brandveiligheidseisen dan een klein kantoorgebouw waar mensen zelfredzaam zijn en binnen enkele minuten buiten kunnen staan.”

Enthousiast vertelt hij verder: “Behalve voor kantoorgebouwen gelden voor woningen ook regels omtrent brandveiligheid. Een woning is een brandcompartiment. Elke woning is een brandcompartiment van 60 minuten. De meeste woningen zijn vaak gebouwd van steen, een materiaal dat van van nature al brandwerend is. 

Brandwerendheid in een woning komt eigenlijk pas echt om de hoek kijken tijdens een verbouwing, wanneer bewoners besluiten om bijvoorbeeld een draagmuur te verwijderen. Hier moeten dan stalen balken voor in de plaats komen en ja, deze balken moeten wel 60 minuten brandwerend worden gemaakt.

Maar zelfs tussen oude woningen en nieuwbouw is de wetgeving weer anders. Het is bijvoorbeeld niet zo dat wanneer een woning die in 1950 gebouwd is aan de laatste brandveiligheidseisen moet voldoen. Een woning moet voldoen aan de eisen die toen golden of men moet een groot hiaat vinden in het Bouwbesluit. Dan kan worden besloten om die regels niet meer na te leven. 

Een huidige regel die onlangs is ingevoerd is een verplichte rookmelder op iedere verdieping. Omdat dit veel mensenlevens kan redden geldt dit dus ook voor oudere woningen ondanks dat deze regel toen het huis gebouwd werd helemaal niet verplicht was.” 

Glimlachend voegt hij er aan toe: “Maar je hoeft dus niet ieder jaar je woning te gaan verbouwen om je huis te laten voldoen aan de laatste brandveiligheidseisen.”

2. Is er veel veranderd omtrent brandveiligheid door de jaren heen?

“De grootste verandering heeft plaatsgevonden in 2012. Toen werd de Europese eenwording ook zichtbaar in het Bouwbesluit. Voorheen werkten alle landen met eigen normeringen. Maar sinds 2012 mocht dat niet meer en werden alle NEN normeringen vervangen voor Europese normeringen. Hierdoor is het wel een stuk veiliger geworden”, zegt hij na een slok koffie.  

“Verder zijn er eigenlijk altijd wel kleine dingen die wijzigen in het Bouwbesluit, maar de grote lijnen blijven altijd wel intact.” 

Na een korte pauze vertelt Koks: “Een punt waar we nu wel vaak tegenaan lopen is de brandveiligheid in mega woningen. Eigenlijk is dit maar één brandcompartiment. Wanneer iemand een woning heeft van 400 m2 mag dit gezien worden als één brandcompartiment terwijl dit eigenlijk best gevaarlijk is. Bij hoogbouw is dit ook een grijs gebied. De regels voor maximale brandweerstand die we bij grote woontorens in Nederland kennen is 120 minuten. Wil je hoger bouwen dan is een hogere brandweerstand eigenlijk nog niet van toepassing, terwijl dit wel zou moeten.”

Een hoge woontoren waarbij de brandweerstand van de staalconstructie maximaal 120 minuten bedraagt.

3. Kan er nog meer gedaan worden omtrent de brandveiligheid van gebouwen? 

“Waarin ik wel verandering denk en vooral hoop te zien is de producten en de techniek hiervan.”

Koks refereert naar de oplosmiddelen die nog veel worden toegepast: “Er zijn nog weinig watergedragen producten die een vervanging voor twee componenten verven bieden.” Toch is Koks optimistisch: “Dit een vrij nieuwe techniek waarin ik wel verandering verwacht voor brandwerende coatings.” 

Volgens hem kunnen niet alleen de producten maar ook de productie een stuk milieuvriendelijker. Als voorbeeld noemt hij de switch van diesel vervoer naar elektrisch. 

“Omtrent wet- en regelgeving denk ik dat alles wel goed voor elkaar is. Maar er zijn nog genoeg mensen die vragen hebben wanneer ze bijvoorbeeld besluiten te verbouwen. Een helder advies is op zo’n moment van toegevoegde waarde.”